Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

AH9093

Datum uitspraak2003-06-24
Datum gepubliceerd2003-07-02
RechtsgebiedCiviel overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRechtbank Leeuwarden
Zaaknummers128905 /CV EXPL 03-2463
Statusgepubliceerd
SectorSector kanton


Indicatie

Arbeidsrecht. Verzoek tot loondoorbetaling in kort geding afgewezen


Uitspraak

Rechtbank Leeuwarden Sector Kanton Locatie Leeuwarden Uitspraak: 24 juni 2003 Zaak-/rolnummer: 128905 /CV EXPL 03-2463 VONNIS EX ARTIKEL 254 LID 4 RV in de zaak van: [eiser], wonende te Kootstertille, eiser, gemachtigde: mr. P.J.S. van Leeuwen, advocaat te Amsterdam, tegen de stichting STICHTING OMROP FRYSLÂN gevestigd te Leeuwarden, gedaagde, gemachtigde: mr. V. Both, advocaat te Leeuwarden. PROCESGANG Partijen zijn vrijwillig verschenen ter openbare terechtzitting van 18 juni 2003. [eiser] heeft toen op de in de conceptdagvaarding vermelde gronden gevorderd: a. Omrop Fryslân te bevelen om het loon van [eiser] met terugwerkende kracht vanaf 14 mei 2003 te voldoen, zulks vermeerderd met de wettelijke rente en de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW, alsmede tot betaling van loon totdat de arbeidsovereenkomst van rechtswege geëindigd zal zijn; b. Omrop Fryslân te veroordelen tot vergoeding van de door [eiser] gemaakte buitengerechtelijke incassokosten; c. Omrop Fryslân te veroordelen in de kosten van het geding. Ter terechtzitting hebben partijen hun standpunten nader toegelicht, waarbij de gemachtigde van Omrop Fryslân gebruik heeft gemaakt van pleitnotities. Omrop Fryslân heeft geconcludeerd tot afwijzing van de vordering van [eiser]. Van het verhandelde ter zitting is aantekening gehouden door de griffier. Vervolgens is vonnis bepaald op de gedingstukken, waarvan de inhoud als hier ingelast geldt. RECHTSOVERWEGINGEN 1. De vaststaande feiten 1.1. In dit kort geding gelden onder meer de navolgende feiten als vaststaand. 1.2. [eiser], die voordien op freelance basis bij Omrop Fryslân actief was, is sinds 1 januari 1999 in dienst van Omrop Fryslân, in de functie van redacteur/verslaggever op de afdeling actualiteiten. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor het Omroeppersoneel van toepassing. [eiser] is geboren op [geboortedatum], en is derhalve 60 jaar oud. 1.3. Artikel 1 van de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst luidt, voor zover ten deze van belang, als volgt: De wurknimmer komt yn tsjinst fan de Stichting Omrop Fryslân en komt te wurkjen yn de funksje fan redakteur/ferslachjouwer. It tsjinstferbân wurdt foar ûnbepaalde tiid oangien, mar sil yn alle gefallen einigje op 60 jierrige leeftiid of safolle earder as CAO bepaling dat oanjouwt (art. 50). Meiwurker kriget in tsjinstferbân fan minimaal 24 en maximaal 32 oeren yn 'e wike. 1.4. Per 1 mei 2003 is een nieuwe CAO voor het Omroeppersoneel van kracht geworden, waarvan artikel 12 als volgt luidt: 1. De arbeidsovereenkomst eindigt op het moment dat de werknemer op grond van het bij werkgever geldende pensioenreglement gebruik maakt van de mogelijkheid tot eerder uittreden. 2. Indien de werknemer geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om eerder uit te treden, eindigt de arbeidsovereenkomst van rechtswege op de eerste dag van de maand waarin de 60-jarige leeftijd wordt bereikt. 3. Indien de werkgever op grond van artikel 39 lid 3 instemt met een verzoek daartoe van de werknemer, eindigt de arbeidsovereenkomst in afwijking van lid 2 van dit artikel van rechtswege op de eerste dag van de maand waarin de 65-jarige leeftijd wordt bereikt, tenzij hierover een afwijkende afspraak wordt gemaakt. 1.5. Artikel 39 van de nieuwe CAO voor het Omroeppersoneel luidt, voor zover ten deze van belang, als volgt: 3. Verzoek om voortzetting vanaf 60 jaar Een verzoek van de werknemer als bedoeld in artikel 12 lid 3 dient uiterlijk zes maanden voor het bereiken van de 60-jarige leeftijd te worden ingediend. Dit verzoek kan door werkgever alleen om de volgende redenen worden afgewezen: a. een reorganisatie van (onderdelen) van het publieke bestel, of b. een significante verslechtering van de financiële situatie bij de werkgever, of c. redenen die betrekking hebben op de individuele arbeidsverhouding De afwijzende beslissing wordt, onder vermelding van de hieraan ten grondslag liggende redenen, schriftelijk aan de werknemer meegedeeld. 5. Beroepsmogelijkheid Indien de werkgever het verzoek als bedoeld in lid 3 heeft afgewezen wegens redenen die betrekking hebben op de individuele arbeidsverhouding, kan de werknemer beroep instellen bij de Begeleidingscommissie Flexibel Pensioen. De werkgever dient in dit geval voor de Commissie aannemelijk te maken dat de werknemer de bedongen arbeid in kwalitatieve of in kwantitatieve zin niet in voldoende mate kan vervullen. De uitspraak van de Commissie is voor beide partijen bindend, met dien verstande dat een op grond van een uitspraak van de Commissie voortgezette arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt op de datum waarop de werknemer de leeftijd van 65 jaar bereikt dan wel op een eerder tijdstip dat door de Commissie is bepaald. 1.6. [eiser] heeft in ieder geval bij brief van 23 januari 2003 verzocht om voortzetting van zijn dienstverband met Omrop Fryslân. Omrop Fryslân heeft bij brief van 29 januari 2003 het verzoek van [eiser] afgewezen met een beroep op artikel 1 van de arbeidsovereenkomst, waarin staat dat het dienstverband in alle gevallen zal eindigen op 60-jarige leeftijd of zoveel eerder als de CAO dat aangeeft. Verder heeft Omrop Fryslân onder meer nog het volgende opgemerkt: Wyls dogge jo in berop op artikel 39 lid 3 van de Omrop CAO. Wy wolle jo lykwols oan de wurkoerienkomst fan 22 jannewaris 1999 hâlde. Foar it gefal dat jo miene mei rjocht in berop op dat artikel te dwaan, diel ik jo it folgjende mei: Artikel 39 lid 3 sub c jout oan, dat in fersyk fan fuortsetting fan de wurkoerienkomst fan it 60 libbensjier ôf troch de wurkjouwer ôfwiisd wurde kin, as der reden binne oangeande de yndividuele wurkferhâlding. Op grûn fan dy yndividuele wurkferhâldings stelt de wurkjouwer him op it stânpunt dat de oerienkomst fan 22 jannewaris 1999 jilden bliuwt. Sa nedich binne der noch mear arguminten oan te fieren mar dy achtsje ik yn dit stadium net oppertún te melden. Op grûn fan boppesteande arguminten sille wy jo tsjinstferbân nei maaie 2003 dan ek net ferlinge. 1.7. [eiser] heeft tegen de afwijzende beslissing van Omrop Fryslân op 11 april 2003 beroep ingesteld bij de Begeleidingscommissie Flexibel Pensioen. Omrop Fryslân heeft een verweerschrift ingediend. Er heeft tot op heden nog geen zitting van voormelde Begeleidingscommissie plaatsgevonden. 1.8. Omrop Fryslân heeft per 14 mei 2003, de dag waarop [eiser] 60 jaar werd, de loonbetaling aan [eiser] gestaakt. 2. Het standpunt van [eiser] 2.1. [eiser] baseert zijn vordering op de hiervoor vermeld staande vaststaande feiten en stelt zich op het standpunt dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen na het door hem bereiken van de leeftijd van 60 jaar verlengd had moeten worden. Omrop Fryslân heeft dan ook ten onrechte de loonbetaling aan [eiser] stopgezet. Ter adstructie van het voorgaande heeft [eiser] het volgende aangevoerd. 2.2. [eiser] stelt allereerst dat artikel 1 van de arbeidsovereenkomst, waarop Omrop Fryslân ten deze een beroep heeft gedaan, op grond van artikel 12 Wet Cao nietig is, nu artikel 1 bepaalt dat het dienstverband in alle gevallen eindigt op 60-jarige leeftijd terwijl de CAO uitdrukkelijk bepaalt dat het dienstverband op verzoek van de werknemer, na het bereiken van de 60-jarige leeftijd, kan worden voortgezet. Derhalve dient het verzoek van [eiser] te worden ingewilligd. 2.3. In reactie op het verweer van Omrop Fryslân voert [eiser] allereerst aan dat Omrop Fryslân geen beroep kan doen op de CAO die gold ten tijde van het sluiten van de arbeidsovereenkomst, nu deze CAO inmiddels is geëindigd. Voorts kan artikel 1 van de arbeidsovereenkomst niet zo gelezen worden dat dit artikel een afspraak van partijen inhoudt omtrent de pensioendatum. Ten slotte voert [eiser] nog aan dat het verzoek om voortzetting van het dienstverband reeds omstreeks januari 2002 mondeling is gedaan, waarmee het verzoek ruim op tijd is gedaan. 3. Het standpunt van Omrop Fryslân 3.1. Omrop Fryslân heeft de gevorderde voorziening betwist, waartoe zij het volgende heeft aangevoerd. 3.2. Omrop Fryslân stelt zich allereerst op het standpunt dat artikel 1 van de arbeidsovereenkomst noch in strijd is met de ten tijde van de indiensttreding van [eiser] geldende CAO noch de thans geldende CAO. Daarnaast kan artikel 1 van de arbeidsovereenkomst worden gezien als een in onderling overleg gemaakte afspraak omtrent de pensioendatum. Hierdoor kan niet aan het verzoek van [eiser] om voortzetting van het dienstverband worden toegekomen. 3.3. Subsidiair, in het geval dat [eiser] wel een verzoek tot voortzetting van het dienstverband zou kunnen doen, wijst Omrop Fryslân erop dat het verzoek niet uiterlijk 6 maanden voor het bereiken van de 60-jarige leeftijd is gedaan. Meer subsidiair dient het verzoek tot voortzetting van het dienstverband door de Begeleidingscommissie Flexibel Pensioen te worden afgewezen, wegens de in artikel 39 lid 3 sub c van de CAO genoemde reden, zijnde de individuele arbeidsverhouding. Deze is dermate slecht dat van Omrop Fryslân niet gevergd kan worden het dienstverband met [eiser] voort te zetten. 4. De beoordeling van het geschil 4.1. De kantonrechter merkt op dat zijn overwegingen en zijn hierna te nemen beslissing, overeenkomstig het karakter van deze procedure, een voorlopig karakter dragen. 4.2. Het spoedeisende belang voor [eiser] bij de gevorderde voorziening wordt voldoende aanwezig geacht nu [eiser] onweersproken heeft gesteld dat hij sinds 14 mei 2003 geen loon van Omrop Fryslân meer heeft ontvangen, waardoor hij met een forse inkomensachteruitgang te maken heeft gekregen. 4.3. De kantonrechter overweegt allereerst dat artikel 1 van de arbeidsovereenkomst moet worden gezien als een weergave van artikel 12 lid 2 van de vigerende CAO. Laatstgenoemd artikel bepaalt dat de arbeidsovereenkomst van rechtswege eindigt op de eerste dag van de maand waarin de 60-jarige leeftijd wordt bereikt, terwijl artikel 1 van de arbeidsovereenkomst bepaalt dat de arbeidsovereenkomst in ieder geval eindigt op 60-jarige leeftijd. De bepaling uit de arbeidsovereenkomst geeft in feite -zij het in iets andere bewoordingen- weer wat in de CAO staat. Nu artikel 1 van de arbeidsovereenkomst in feite louter de CAO vertaalt naar de arbeidsovereenkomst, kan dit artikel niet worden gezien als een specifieke afspraak tussen partijen omtrent de pensioendatum. [eiser] was derhalve op grond van de CAO gerechtigd om een verzoek tot voortzetting van het dienstverband te doen. De kantonrechter merkt daarbij nog op dat de CAO in de arbeidsovereenkomst van partijen uitdrukkelijk van toepassing is verklaard en dat partijen bij de formulering van de duur van het dienstverband niet hebben vermeld dat zij daarmee de mogelijkheid voor [eiser] om een verzoek te doen op grond van het bepaalde in artikel 39 lid 3 juncto 12 lid 3 CAO hebben uitgesloten. 4.4. Voorts is de kantonrechter van oordeel dat artikel 1 van de arbeidsovereenkomst niet in strijd is met de CAO. Artikel 1 is als gezegd een feitelijke weergave van artikel 12 lid 2 van de CAO en als zodanig niet in strijd met de CAO. Artikel 1 van de arbeidsovereenkomst kent weliswaar niet de bepaling van artikel 12 lid 3 van de CAO, maar dit maakt het artikel nog niet nietig. Voor zover de inhoud van artikel 12 lid 3 van de CAO niet in de arbeidsovereenkomst staat, wordt de arbeidsovereenkomst met deze CAO-bepaling aangevuld ex artikel 13 van de Wet CAO. 4.5. De arbeidsovereenkomst tussen partijen is inmiddels op grond van de arbeidsovereenkomst en de daarop van toepassing zijnde CAO-bepalingen van rechtswege geëindigd wegens het door [eiser] bereiken van de 60-jarige leeftijd. Nu er geen arbeidsovereenkomst meer bestaat, is er op dit moment geen loonbetalingsverplichting voor Omrop Fryslân aanwezig. Hoewel [eiser], zoals hiervoor reeds is overwogen, gerechtigd was om een verzoek tot voortzetting van het dienstverband na het bereiken van de 60-jarige leeftijd te doen, is dit verzoek door Omrop Fryslân afgewezen. Nu Omrop Fryslân in haar schrijven aan [eiser] d.d. 29 januari 2003, waarin de afwijzing van het verzoek werd medegedeeld, heeft verwezen naar redenen betreffende de individuele arbeidsverhouding, is er voor [eiser] naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter ex artikel 39 lid 5 van de CAO een ingang bij voormelde Begeleidingscommissie, los van de vraag of het beroep wel ontvankelijk is in verband met de (niet-)tijdigheid van de indiening van het verzoek. 4.6. Nu er tot op heden nog geen zitting van de Begeleidingscommissie heeft plaatsgevonden, zodat een uitspraak van voormelde Begeleidingscommissie nog wel enige tijd op zich kan laten wachten en het oordeel van de Begeleidingscommissie op dit moment nog volstrekt onzeker is, is daarmee ook onzeker of de arbeidsovereenkomst wel met terugwerkende kracht verlengd zal (moeten) worden. Gelet op deze onzekerheid zou het veel te ver voeren om in het kader van dit kort geding op de uitspraak van de Begeleidingscommissie Flexibel Pensioen vooruit te lopen. De positie van [eiser] is sinds 14 mei 2003 dan ook dezelfde gebleven, er bestaat op dit moment geen arbeidsovereenkomst tussen hem en Omrop Fryslân. Daarmee ontbeert de vordering van [eiser] tot doorbetaling van loon vooralsnog een rechtsgrond. De vordering van [eiser] zal derhalve worden afgewezen. 4.7. [eiser] zal als de in het ongelijk te stellen partij in de kosten van het geding worden veroordeeld. BESLISSING De kantonrechter, rechtdoende in kort geding: wijst de vordering van [eiser] af; veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Omrop Fryslân begroot op € 540,- aan salaris gemachtigde. Dit vonnis is gewezen door mr. A. van der Meer, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 juni 2003 in tegenwoordigheid van de griffier. c 119